De bijeenkomst, die goed werd bezocht, ging over de geschiedenis van de Beemster en werd door Jan Jobsis op goede wijze met lichtbeelden vertoond en uitgelegd.
Zelf kom ik meer dan 75 keer per jaar in de Beemster en vond zijn uitleg boeiend en heb beloofd een verslagje te maken.
Jan begon zijn verhaal met uitleg over het agrarische museum Westerhem, dat gelegen is aan de Middenweg in Middenbeemster. We gaan daar begin volgend jaar naartoe om het te bezoeken. Vervolgens ging de lezing over De droogmakerij de Beemster.Bij het aanleggen van de A7 werd er een stenen bijl gevonden, die uit de nieuwe steentijd (neoliticum) stamde. Uiteraard is niet bekend of het verloren is door een toenmalige bewoner of door iemand die rondtrok. Nederland zag er in die tijd heel anders uit en West Nederland was voor een groot deel met een dikke veenlaag bedekt. Deze veenlaag is verdwenen door afwatering, indroging en turf steken. Toen liep er ook een rivier van zuidwest Beemster (bij de Rijp) naar noordoost Beemster bij Oosthuizen. Door afkalving van de oevers bij harde wind en het uitbaggeren van klei om er stenen van te maken, en ook voor het ophogen van land, is er een groot water ontstaan.

Reeds in 1570 waren er plannen gemaakt om de Beemster droog te leggen, doch die plannen werden niet uitgevoerd, omdat dat project te groot was. Tot omstreeks 1608, toen de Rijper meestertimmerman Jan Adriaenszoon pre-fab molens kon bouwen en de onderdelen naar de bouwplaats van de molen brengen. In totaal werden er 48 molens geplaatst in 16 groepen van 3 molens. Ze werden in drie trappen geplaatst omdat iedere molen het water ongeveer anderhalve meter omhoog kon brengen zo diep was de Beemster! Middenin de polder kwamen ook nog twee molens te staan, die de laagste gedeelten van de polder bemaalden.
De mooie rechte verkaveling is uitgelijnd tijdens een strenge winter toen de gehele watervlakte met een dikke laag ijs was bedekt. Zo werden de sloten en de wegen in kaarsrechte lijnen uitgevoerd en het is met visie gedaan, want ruim 400 jaar later is het patroon nog steeds aanwezig! De vierkanten zijn 1800 bij 1800 meter en die stukken zijn weer onderverdeeld in de grootte van 9 morgen (ongeveer 7,5 hectare) en was in eerste instantie bedoeld als akkerland, maar wegens de gesteldheid van de bodem was dat niet mogelijk en is het grasland geworden. Later na drainage en betere (grond)waterbeheersing was het wel mogelijk om o.a. tarwe te verbouwen.
Uiteindelijk was het dan zover: Na een dijkdoorbraak in de buurt van de Rijp en het herstel van die breuk en het opnieuw leegmalen van de Beemster, vond in 1612 de oplevering plaats en werd dat feestelijk gevierd met de aanwezigheid van de Prinsen Maurits en Hendrik. (Als Assendelver moet ik dan vermelden dat er twee mensen uit dat dorp lopend naar het feest, dat in de Rijp plaats vond, zijn gegaan en aan het eind van de middag weer zijn terug gewandeld. Dat was een hele reis want de wegen waren toen meestal onbegaanbaar. Er is een verslagje van die reis gemaakt en bewaard gebleven. Ook zijn er aantal boeren toen uit Assendelft naar de Beemster verhuisd om daar opnieuw te gaan boeren).
De bijeenkomst vond ik zeer geslaagd en met plezier heb ik dit verslagje geschreven.
Piet Hos.
